Extra inzetten op toerisme en recreatie in provincie!

De fractie van de VVD in de Provinciale Staten wil de komende jaren extra inzetten op toerisme en recreatie in de provincie. In de Gedeputeerde Staten werd dinsdag de startnotitie Toerisme gepresenteerd waarin de provincie uiteenzet hoe het de komende jaren het toerisme voor zich ziet.

“De toeristische sector is voor de Groninger ondernemers en economie van vitaal belang”, zegt Statenlid Madà Miesen van de VVD. “Met de presentatie van de startnotitie is het startschot gegeven om serieus richting te geven aan het beleid voor groeiend toerisme, recreatie en evenementen in onze mooie provincie voor de komende jaren.” Uit cijfers blijkt dat in 2019 de toerisme- en recreatiesector voor 6,5 procent bij droeg aan de werkgelegenheid onder Groningers. “Er is dus zeker nog potentie voor groei in het Noorden. Zo is het toerisme in ons land ongelijk verdeeld: er zijn plekken die overspoeld worden door toeristen, terwijl hier in Groningen de ruimte is.”

Het aantal jaarlijkse toeristen in Nederland groeit de komende jaren door naar 29 miljoen. De VVD wil dat zij ook Groningen weten te gaan vinden. Daarom moet er de komende tijd vol ingezet worden op de vrijetijdseconomie omdat dit één van de meest kansrijke sectoren is. “Het Groningse DNA moet beter zichtbaar gemaakt worden zodat iedereen ons ook weet te vinden. Wij onderschrijven de uitgangspunten van het nieuwe beleid: het beter benutten van de koppeling tussen Stad en Ommeland, betere digitale zichtbaarheid van het Groninger aanbod, het verbeteren van de vaarrecreatie, lokale evenementen, het aanbieden van recreatieve routes en natuurlijk de kansen van ons cultureel erfgoed.”

“Uiteindelijk gaat het erom dat we al het moois dat Groningen te bieden heeft, met elkaar verbinden en de wereld laten zien dat het hier goed toeven is. Meer toeristen die ook langer blijven en meer besteden, betekent groei van onze economie en werkgelegenheid. Dat is goed voor onze ondernemers en inwoners. Er gaat nog steeds niets boven Groningen.”