Energietransitie is een marathon, geen sprint!

Over de Klimaatagenda:


De klimaatagenda is een helder stuk waarvoor complimenten aan het College en de ambtelijke organisatie. De doelstelling is reductie van CO2. De VVD vindt dat deze doelstelling moet zo effectief, efficiĆ«nt en betaalbaar mogelijk worden doorgevoerd, geen dure symbolische aanpak maar rationeel en doelgericht beleid.

 

Klimaatbeleid stelt ons voor grote uitdagingen. De aanpassingen en ombuigingen doen een groot beroep op onze creativiteit en het innovatief vermogen. Het was goed om te zien dat de industrie tijdens de hoorzitting de handschoen oppakte en aangaf klaar te zijn voor de opgave, maar dat er wel helder, passend en gecoƶrdineerd beleid van de overheid moet komen.

 

Voor de VVD is het belangrijk dat wordt ingezet op de koppelkansen die de vergroening biedt op het terrein van de regionale economie. Nu we van het Gronings gas afschakelen, is het goed om te kijken naar nieuw perspectief. We moeten zorgen dat het aanwezige menselijk kapitaal behouden blijft, dat we omscholing en scholing bieden. Bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en overheid moeten de handen ineenslaan om de nieuwe kansen te pakken.

 

Waterstof biedt goede kansen voor Groningen. Nederland beschikt over gasnetwerk dat door heel Europa uitwaaiert en er is de nodige kennis. Het zou goed zijn als Groningen hierin een leidende rol pakt.

 

De VVD verneemt graag van het College op welke koppelkansen de focus komt te liggen en hoe het College daar op in wil zetten.

 

Vanuit Europa worden in het kader van de Green Deal via het Joint Transition fund gelden beschikbaar gesteld. Hoe denkt het College hier succesvol gebruik van te kunnen maken?

Tijdens de hoorzitting kwam naar voren dat regelgeving en trage vergunningverlening juist tot vertraging van de vergroening kan leiden. Herkent het College dit probleem? Heeft de provincie voldoende kennis en kunde in huis om deze grote opgave te klaren?

 

De industrie gaf aan dat het belangrijk is dat er voldoende groene energie en grondstoffen beschikbaar zijn om op de gewenste schaal te kunnen produceren. Is het College het met minister Ollongren eens dat de energieopwekking vooral op zee moet plaatsvinden?

 

De energietransitie zal een grote impact hebben op ons landschap, Bij de Res ga ik meer in op de ruimte. Maar hier wil ik nog wel vragen in hoeverre het College de ruimtelijke impact van het klimaatbeleid meeweegt, in het bijzonder de economische effecten van het ruimte gebruik

 

 

Over de Regionale Energie Strategie

 

Wat zijn de gevolgen van de Regionale Energiestrategie op het Groningerland? Dat is een zorg die vele Groningers bezighoudt. Zeker nu een groot deel van de opgave wordt ingevuld met zonne-energie op land. Zelfs minister Ollongren pleit tegen de bouw van zonneweides.

 

De RES plaatst liberalen voor het dilemma van vrijheid versus ordening. Enerzijds de vrijheid om duurzame initiatieven in ons landschap te ontwikkelen, anderzijds de noodzaak van begrenzing om de schaarse ruimte zo goed mogelijk te gebruiken en de kernkwaliteiten van Groningen te beschermen. Hierbij moet ook de vraag worden gesteld naar de rol die de verschillende overheden hebben, die van de provincie in het bijzonder. Met andere woorden: welke etage in het huis van Thorbecke is nu aan zet?

 

Een korte beschouwing van de huidige situatie. Onder de geldende spelregels zijn het de gemeenten die visies ontwikkelen en zoekgebieden voor duurzame energie aandragen. Er is een sleepnet door Nederland getrokken en dit heeft geleid tot de wonderbaarlijke vangst: Een opbrengst van 50 Twh, ver boven de geplande 35 Twh.

 

De VVD fractie onderschrijft de doelstelling van CO2 reductie, is niet tegen zonne-energie, maar maakt zich wel zorgen over de landschappelijke consequenties die op dit moment nog niet goed zijn te overzien. Daarbij spelen 2 zaken een rol (kwalitatief en kwantitatief):

  • mogelijke aantasting van landschappelijke kwaliteit. Dit is nadelig voor de beleving van ons prachtige landschap, maar ook voor het vestigingsklimaat van Groningen en het toerisme.
  • Verspilling van schaarse ruimte. Politici zijn goed in polderen, maar met de huidige plannen hebben we eerder een nieuwe polder nodig. Grond is schaars en vermindering van het productieve areaal leidt bijvoorbeeld tot een lagere voedselproductie. Minder voedsel is niet enkel een mondiaal probleem, maar ook een probleem voor de voedselverwerkende industrie in Groningen en daarmee voor de werkgelegenheid die deze sector biedt.

 

We hebben ervoor gekozen gemeenten aan zet te laten. Het is in beginsel goed om zaken die lokaal geregeld kunnen worden en daar ook impact hebben te laten vormgeven door de overheid die het dichtst bij de burgers staat. Echter, gezien de bovengemeentelijke effecten die lokale energieplannen mogelijk hebben voor het landschap en de regionale economie, is het de vraag of hier in de toekomst geen rol voor de provincie ligt.

 

Wij stellen het College daarom ook de volgende vragen:

  • Ik had hier enkele vragen die al aan de orde zijn geweest. Wij willen graag aan de gang met de discussie wat van waarde is in het Groninger landschap en wat bescherming verdient. Kan het College aangeven hoe de bescherming van het landschap wordt gewaarborgd?

  • Nationaal is er reeds meer dan 50 Twh opgehaald. Geeft deze overschrijding niet de kans om af te zien van projecten met een negatieve ruimtelijke impact? Moeten alle gemeentelijke zoekgebieden worden opgevuld?

 

  • Het Groninger bod van 5.7 Twh: in hoeverre is dat realistisch? Kunnen projecten door mogelijke procedures afvallen? Was het niet beter geweest om te vissen met een grotere maaswijdte, en wat lager in te zetten? Zwemmen we niet in de fuik van een onhaalbare doelstelling?
  • Minister Ollongren heeft aangegeven dat het Rijk in bepaalde ruimtelijke dossiers meer de regie gaat nemen. Hoe ziet het College de rol van de provincie ten aanzien van energie in de toekomstige ruimtelijke ordening?
  • Tot slot: de energietransitie is geen sprint maar een marathon. Haastige spoed is zelden goed: maak gebruik van de tijd en de technische innovatie die voortschrijdt. Blijf dit monitoren en pas het beleid aan. Dat is goedkoper en leidt tot minder ruimtebeslag.