Fractievoorzitter Erik Jan Bennema over het hoofdlijnenakkoord 'Veur Mekoar'

De formerende partijen hebben na drie maanden broeden hun ei gelegd. Onze eerste indruk van het legsel is positief, al hadden we wel een steviger visie verwacht en blijven scherpe keuzes achterwege. Er heeft een politieke aardverschuiving plaatsgevonden, maar inhoudelijk is het roer niet omgegaan en is er veel continuiteït (dat is niet per se slecht).


Toch kan de VVD zich goed vinden in het huidige akkoord, de VVD durft zelfs zo ver te gaan door te zeggen dat het op belangrijke punten zelfs beter is dan het vorige coalitieakkoord:

  • Vliegveld Eelde krijgt weer financiële steun, zonder mitsen en maren komt er een bijdrage in de Niet economische diensten van algemeen belang of NEDAB-kosten

  • Er komen geen nieuwe grote windparken op land en zonneparken op landbouwgrond zijn ook in de ban gedaan.


Waar is de vernieuwing dan wel te vinden? Een belangrijke vernieuwing is hopelijk te vinden in de voorgestelde bestuurscultuur. In het coalitieprogramma wordt gepleit voor meer samenwerking over de grenzen van oppositie en coalitie heen. Er is ruimte voor dualisme. Het programma op hoofdlijnen biedt alle partijen de ruimte en vrijheid om een betekenisvolle bijdrage te kunnen leveren. De VVD is een partij waar vrijheid hoog wordt gewaardeerd en juicht deze houding toe. 


Als oppositiepartij hebben wij nu de vrijheid om een eigen koers te varen, maar wij zullen alle voorstellen van welke partij dan ook op altijd op inhoud beoordelen. De VVD doet graag mee om onze provincie nog beter te maken en zal inbreng leveren.


Een belangrijk kenmerk van het huidige akkoord is dat het bedoeld is als hoofdlijnenakkoord. 

Als ik het goed begrijp gaan we met elkaar aan de slag om het ‘veur mekoar’ te maken. Ik zal me nu dan ook beperken tot die zaken waar de VVD zich de komende tijd op zal richten en met voorstellen zal komen. Dat zijn de ruimtelijke ordening van onze provincie en het behoud van ons landschap, landbouw en natuur, bereikbaarheid, regionale economie en cultuur


Bij de ruimtelijke ontwikkeling van onze provincie moeten we keuzes maken. Enerzijds moet er plaats zijn voor ontwikkeling en anderzijds voor behoud en bescherming van ons mooie Groninger Landschap. Niet alles kan overal en daarom is het van belang dat we sturen op een logische clustering van functies om verrommeling te voorkomen. Industrie concentreren op goede plekken die goed bereikbaar zijn en waar een goede koppeling met energienetwerken gemaakt kan worden. De Oostpolder is zo’n voorbeeld voor dergelijke ontwikkelingen. Door op deze locatie te ontwikkelen, hoeven we op andere plekken geen industrie te vestigen. Daarnaast is het goed in te zetten op dubbel ruimtegebruik en dat we per gebied aangeven welke functies voorrang hebben.


De energietransitie heeft ook belangrijke ruimtelijke gevolgen. De VVD vindt het goed dat er geen nieuwe zonnevelden op landbouwgrond komen en er geen nieuwe windparken buiten de huidige concentratiegebieden worden ontwikkeld. Toch maakt de VVD zich over 1 ontwikkeling wel zorgen. Op dit moment kunnen er windmolens met een ashoogte van maximaal 15 meter worden gebouwd in de nabijheid van boerderijen. In het akkoord wordt deze ashoogte opgetrokken tot 20 meter. Een andere vernieuwing is dat er nu parkjes van deze molens ook bij dorpen worden voorgesteld, de zogenaamde dorpsmolens.


De VVD vraagt zich af of we met deze kleine molentjes geen paard van Troje binnenhalen. Wordt het landschap straks ontsierd met een hagelslag van kleine molentjes? Het is algemeen bekend dat het rendement van molens exponentieel toeneemt met de hoogte. De kleine molens zullen niet veel opleveren en je hebt er een paar honderd nodig om dezelfde opbrengst te halen als met een grote molen. Dit leidt ongetwijfeld tot een roep om hogere dorpsmolens en voor we het weten, wordt Groningen bezaaid met een hagelslag van minder efficiënte dorpsmolens.


De VVD mist een samenhangende visie op de opwek en het gebruik van groene energie in Groningen. Hoeveel energie hebben we nodig en wat zal het gebruik zijn? Het akkoord zet wel in op waterstof, maar waar komt de energie voor deze waterstof vandaan? De VVD is voorstander van meer wind op zee, maar dat wordt in dit akkoord niet beschreven. Ik proefde wel net in de woorden van de heer Moes dat er ook meer wind op zee moet komen.


Groningen is en blijft gelukkig een echte landbouwprovincie, al zal de landbouw en het landelijk gebied wel veranderen. De VVD constateert dat het coalitieakkoord alle transities onderschrijft. Bij alle veranderingen in het gebied zullen gebiedsprocessen leidend zijn. De VVD vindt dat bij dit proces van onderop de meeste aandacht moet zijn voor de mensen die de grootste inspanning in deze verandering moeten verrichten: de Groninger boeren. Zij moeten van begin af aan worden meegenomen en zinvolle inbreng kunnen leveren.


De VVD vindt verder dat de provincie zich moet inspannen om waardevolle landbouwgrond te beschermen en te behouden. Verzilting dient te worden tegengegaan en bij de inrichting van de flexibele kustlijn kijken we niet alleen naar binnendijkse ontwikkeling, maar ook naar buitendijkse ontwikkelingen om Groningen veilig te houden en de druk van verzilting tegen te gaan. In het verlengde van de landbouw moeten we ons ook inzetten voor het behoud van de agro-industrie.


In het hoofdstuk over de bereikbaarheid van Groningen, lezen we helaas weinig nieuwe plannen. Zelfs minder dan in het oude coalitieakkoord. De westelijke ring is geheel verdwenen en de noord zuid verbinding in het Westerkwartier, tussen de A7 en de N355 staat er niet in (enkel het verbeteren van de N355 richting Friesland). De VVD had graag wat nieuwe ambitie gezien, de N33 wordt al door het Rijk betaald, maar de verdubbeling van de N46, de Eemshavenweg tot Middelstum zou een mooie ambitie zijn.


Het OV moet wel geheel in stand blijven en voordeliger, hier wordt vooral vanuit het aanbod geredeneerd, terwijl de VVD vooral naar gebruik en behoefte, ofwel de vraag wil kijken. Het nieuwe college moet kosten en baten hier goed afwegen aangezien deze keuze een enorm beslag op de middelen gaat leggen. Groningen betaalt sowieso al meer aan OV dan het Rijk bijdraagt. Verder stelt het akkoord voor om ook door te gaan met de aanleg van fietspaden, de fietsberg is echter wel van de radar verdwenen.


Op het gebied van de trein zit het akkoord niet op het goede spoor. Er wordt voor de korte termijn ingezet op de Nedersaksenlijn en op de lange termijn op de Lelylijn. De VVD vindt dat op beide trajecten moet worden ingezet. Het zou een misser zijn om de huidige lobby voor de Lelylijn op een laag pitje te zetten.


Een goede regionale economie is essentieel. In het huidige akkoord staat dat een visie nog ontwikkeld moet worden. Daar doet de VVD graag aan mee. Het is belangrijk de vestigingsvoorwaarden goed op orde te hebben, voldoende ruimte voor bedrijven van verschillende omvang, zoals nieuwe grote bedrijven in de Oostpolder. De vrijetijdseconomie is een sector waar in Groningen ook meer verdiend kan worden. Goed dat de coalitie daar ook in wil investeren


Een bloeiend cultureel leven en behoud van ons erfgoed geeft het leven van Groningers meer glans. Er wordt gesproken over het ondersteunen van vrijwilligers, de VVD vindt het belangrijk dat mensen in de culturele sector ook een fatsoenlijke beloning krijgen, oftewel fair pay en dat de provincie dit doorvoert.


En dan de financiële onderbouwing. Positief is dat het programma de tering naar de nering wil zetten en de provinciale opcenten worden bevroren, dus ook geen inflatiecorrectie


Problematisch is dat niet duidelijk is hoe alle wensen uit het akkoord worden onderbouwd, wat er mogelijk is en welke keuzes prioriteit krijgen. Dit alles is niet duidelijk. Een paar straten hier verderop stelde Hans Wiegel in de jaren 70 vast dat Sinterklaas echt bestaat. Na het horen van de coalitiepartijen, blijkt dat er 50 jaar later zelfs 4 Sinterklazen bestaan. Gierende inflatie!


In het vorige akkoord waren alle posten uitgesplitst. Bij mobiliteit staat nu pm omdat de reserves kennelijk groot genoeg zijn. Hoe is het dan mogelijk om het OV op een hoog peil te houden, daar moet geld bij. Is er dan nog wel geld voor vliegveld Eelde?


Hoofdlijnenakkoord is best nog wel lijvig. Wat meer visie had gemogen, maar het biedt voldoende aanknopingspunten om met elkaar aan de slag te gaan voor een beter Groningen.


Het is mooi dat er strofe’s uit het Grönns laid worden gebruikt. De VVD is ook voor meer Groninger taal en cultuur in de Staten. Dankzij de VVD hebben we immers Meert moand, dialect moand in de Staten. De VVD denkt dat het beter was geweest om de onderhandelingen ook in het Gronings te voeren en het akkoord in ‘plat Grunnegers’ te schrijven. Dat scheelt veel tijd en leidt tot ‘richt en slichte toal’.

Wij danken iedereen die hard aan het akkoord heeft gewerkt, in het bijzonder de formateur en de ambtelijke ondersteuning.


Ons finale oordeel over het akkoord:

Het kon minder!