De Partij voor de Dieren had om een zogenaamde 'stilstandvoorziening' gevraagd, omdat die partij meent dat daarmee de trekvogels (en vleermuizen) zouden worden beschermd die langs windmolens vliegen. Wij maken ons hier grote zorgen om. Het is namelijk helemaal niet duidelijk of er meer 'aanvaringsslachtoffers' door draaiende windmolens zijn. Vogels vliegen ook tegen stilstaande windmolens aan. Daarnaast gaat het om twaalf vogels per molen, op een totaal van tientallen miljoenen vogels per jaar. Een systeem op basis van een vogelradar bleek eerder onhaalbaar. Nu onderzoekt de provincie of er met een voorspellingsmodel kan worden gewerkt. Doel is een reductie van 75% 'aanvaringsslachtoffers'. Deze is ook in de wet vastgelegd.
De VVD vindt dat de maatregel niet aantoonbaar iets oplevert. Het aantal vogels dat hiermee wordt 'gered' is onduidelijk, onderzoeken hierover spreken elkaar tegen. Er zou sprake zijn van slechts twaalf vogelslachtoffers minder per turbine. Stilstand zorgt daarbij voor een afname van de energieopbrengst per molen van minimaal 3% (bij een maximale stilstand van 100 uur per jaar). Dat kost € 20.000 per windmolen. Omgerekend kan een geredde meeuw wel € 1667 gaan kosten. Of meer. Maar ook hierover bestaan tegenstrijdige cijfers en onderzoeken. Zo zouden vogels, als ze eenmaal weten dat er obstakels hun vlucht belemmeren, een andere route kiezen.
Daarnaast leidt stilstand tot onbalans en instabiliteit op het elektriciteitsnetwerk. En voor minder verduurzaming van onze energievoorziening. Wij willen als partij daarom dat alle gevolgen van deze zogenaamde stilstandvoorziening eerst goed worden onderzocht, en dat deze alleen wordt ingevoerd als er duidelijke voordelen zijn.