Voorzitter,
De Economische Visie komt in deze vergadering wederom aan bod, na twee eerdere behandelingen in de Statencommissie.
Het College heeft gepoogd de Staten zoveel mogelijk mee te nemen in de visie. Dit heeft in het proces wel tot wat verwarring geleid, maar de VVD is blij dat de gemaakte opmerkingen zijn meegenomen in het definitieve stuk.
De maatschappelijke doelen van deze visie zijn scherper weergegeven dan in eerdere versies. Dat is een belangrijke verbetering. Het gaat om het vergroten van het Groninger verdienvermogen, het verruimen van het besteedbaar inkomen en het verhogen van de arbeidsproductiviteit.
B. De Economische Visie is volgens de VVD een kader dat ruimte moet bieden aan ontwikkelingen, geen strakke rigide visie of een blauwdruk, maar eigenlijk zoals het huis van Thorbecke. In 1848 werden de hoofdlijnen opgezet en daarna kon het geheel organisch groeien. Zo is het ook bij de economische visie, het zijn enkele stippen aan de horizon die met de samenleving en ons bedrijfsleven worden ingevuld.
Tegelijkertijd is de provincie een middenbestuur. Voor veel taken zijn de gemeenten en het Rijk aan zet. We zullen als provincie dus steeds moeten kijken óf we een rol hebben en zo ja, welke rol we hebben.
Deze visie bevat ook geen sociaal beleid in de zin van inkomenspolitiek
of arbeidsomstandigheden, maar kiest voor een rol aansluitend bij de provinciale kerntaken.
Die taakopvatting leidt uiteraard wel tot verbetering van het verdienvermogen van de
Groninger.
De VVD keert zich tegen de neiging om
ontwikkelingen of bedrijven op voorhand uit te sluiten.
We moeten niet vooraf tegen bepaalde bedrijven
zoals datacenters of tegen bepaalde activiteiten zoals zoutwinning ageren. Daarmee gaan we ook op de stoel van Gedeputeerde Staten zitten. We zullen telkens moeten kijken onder welke voorwaarden wat
mogelijk is. En dit moeten we beschouwen in het grotere geheel. In dit opzicht sluit de VVD
zich ook aan bij de woordvoering van de BBB. En met de zomer voor de deur
sluiten wij ons aan bij het pleidooi van GB voor recreatie en toerisme.
De VVD wil ook nog kort wijzen op het belang van het MKB voor onze regionale economie. En niet alleen de economie, want de ondernemer om de hoek heeft ook een belangrijke sociale functie. Gelukkig is het MKB in de nieuwste versie van de visie duidelijker benoemd. Een probleem in vele regionale centra in Groningen is leegstand van panden en een slecht straatbeeld. Het revitaliseren van deze plekken is ook het terrein van onze gemeenten. Tijdens gesprekken met ondernemers is het idee geopperd om bijvoorbeeld een revolverend fonds te creëren. Een fonds waaruit lening kunnen worden verstrekt om bedrijfspanden op te kunnen knappen. Zou het College daar samen met de gemeenten eens naar kunnen kijken?
Laten we ook blijven doorgaan op succesverhalen uit het recente verleden zoals de vergroening van de chemie. Door gebruik te maken van verschillende fondsen zijn veel investeringen uitgelokt. Een echt vliegwieleffect met resultaat. Er wordt meer geproduceerd, terwijl de CO2 uitstoot fors is gereduceerd.
De Economische Visie zal tweejaarlijks worden herijkt. Dat biedt voor de VVD voldoende mogelijkheid tot controle en bijsturing. Maar laten we nu aan de slag gaan.