Op donderdag 14 juni verscheen er een artikel in Dagblad van het Noorden, 'Spoorbrug kost 80 miljoen euro', over de stijging van de kosten voor de nieuwe Friesenbrücke bij Weener. De VVD-Statenfractie vindt de zeer snel oplopende kosten zorgelijk. In april werd er voor de nieuwbouw van de brug gesproken over €66 miljoen. Inmiddels is dit bedrag volgens het Dagblad dus opgelopen tot €80 miljoen euro.
Uit het krantenbericht wordt niet duidelijk waarom het project zoveel extra kost en of de deadline van 2024 met de stijging van de kosten wel gehaald kan worden. Wat de VVD-Statenfractie betreft is de spoorverbinding tussen Groningen en deelstaat Nedersaksen (DE) essentieel voor de internationale handelsrelatie, bereikbaarheid en economische ontwikkeling van beide regio’s. Wij hebben het College van Gedeputeerde Staten daarom om opheldering over de stand van zaken en verwachte planning van de brug gevraagd.
Statenlid Laura Dijkstra: "We willen graag van het college weten of ze het artikel kennen, en of het bedrag van € 80 miljoen klopt. We horen ook graag wat de gevolgen voor de begroting zijn als het bedrag klopt."
Dijkstra heeft het College ook gevraagd of zij alles in het werk gaat stellen om ervoor te zorgen dat de nieuwe brug in 2024 klaar zal zijn, en of het College er rekening mee houdt dat met het stijgen van de kosten, de deadline van 2024 wellicht niet gehaald gaat worden? Dat kan gevolgen hebben voor de Europese - en Rijkssubsidie voor de treinverbinding Groningen-Bremen.
De keuze voor de draaibrug is mede gemaakt uit financiële overwegingen. De VVD wil weten bij welk bedrag andere alternatieven weer in beeld komen bij het College. En of Gedeputeerde Staten bereid zijn om Provinciale Staten actief te informeren en betrekken bij de voortgang in deze kritieke maanden van het nieuwbouwproject.
Vooral dus, hoe en wanneer er Duitse butter bij de ‘Friesenbrücker’-vis wordt geserveerd.
De vragen hebben we op 18 juni ingediend. Het College van Gedeputeerde Staten moet binnen zes weken antwoorden.