Dank u wel voorzitter,
Allereerst wil ik uitspreken dat het fijn is dat we eindelijk weer onder uw leiding in dezelfde ruimte vergaderen. Een onzichtbare vijand, het Coronavirus, heeft ons letterlijk op afstand geplaatst met grote persoonlijke, economische en maatschappelijke gevolgen. De crisis leidt tot grote schade, maar biedt ook kansen om scherp te zien wat van waarde is en daagt ons uit creatief met beperkingen om te gaan. De beperkingen en de kansen van de ruimte vormen voor de VVD het thema van de beschouwingen. Van een afstand zien we de zaken soms scherper dan dat we er met de neus bovenop staan. Vandaar een blik op hoofdlijnen vanuit een prachtige ruimte, onze Statenzaal en vanaf grote hoogte op onze onvolprezen Groninger ruimte.
De inrichting van de Groninger ruimte is bij uitstek de kerntaak van de provincie en staat met de uitwerking van de nieuwe Omgevingsvisie hoog op de politieke agenda. Het Groninger landschap is een thema dat sterke gevoelens oproept bij de Groningers zeker nu er veel ontwikkelingen spelen. Het wordt een complexe puzzel om alle ruimtelijke gevolgen in elkaar te passen. Hoe realiseren we zoveel mogelijk ruimtelijke kwaliteit en op welke manier geven we plek aan nieuwe ontwikkelingen?
Vliegend boven Groningen is de
ontstaansgeschiedenis van de provincie goed te zien in de verkaveling van de
percelen. Je kunt de oude geulen van het Wad nog herkennen in de maren en de
‘opstrekkende’ percelen in de richting van de zee laten zien waar grond is
ingepolderd. De strijd met de elementen is niet nieuw en Groningen heeft al
heel wat kennis te danken aan de strijd met het water. Bij nieuwe
ontwikkelingen is het goed dat oude landschapsstructuren zichtbaar blijven en
tegelijkertijd nieuwe initiatieven kunnen worden ontplooid zoals de dubbele
dijk. De aanleg van een nieuwe polder staat nog niet in de planning, maar het
is goed mogelijk dat er in de Noordzee energie eilanden worden opgespoten om de
op zee gewonnen energie te kunnen verdelen en om te zetten in waterstof.
Vanuit de lucht is duidelijk te zien dat het aantal grote windmolens is toegenomen en dat er steeds meer zonneweides worden aangelegd. De productie van energie in ons landschap door middel van zon, wind en biomassa levert de sterkste reacties op in onze samenleving. Tijdens de vorige Statenvergadering heeft de VVD bij de klimaatagenda een motie ingediend waarin verzocht wordt de ruimtelijke gevolgen van energieproductie in ons landschap te monitoren en te evalueren. Hoe gaat het College gehoor geven aan deze uitspraak van de Staten? Dat onze motie de steun van alle Statenleden kreeg, laat zien dat iedereen ervan overtuigd is dat de ruimtelijke consequenties van groot belang zijn en moeten worden meegewogen. Op bijna alle vormen van energie productie is kritiek, maar om de doelstellingen te halen, kunnen we niet alles afwijzen. Uiteraard gaat onze voorkeur uit naar wind op zee, maar ook op het land zullen er keuzes moeten worden gemaakt, waarbij het de vraag is welke rol de provincie zal spelen, naast de gemeenten en naast het Rijk.
In de huidige Regionale Energiestrategie is een bod gedaan op basis van de gemeentelijke energieplannen voor de periode tot 2030. De VVD vindt het belangrijk dat de realisatie van zon en wind wordt geëvalueerd en dat we bij de uitwerking van een nieuwe ruimtelijke visie nog verder doorkijken naar 2050. Op het gebied van windenergie heeft de provincie regels gesteld in de huidige omgevingsverordening en het coalitieakkoord. Belangrijke uitgangspunten zijn het tegengaan van losstaande molens kris kras door de provincie, ook wel bekend als hagelslag en het bevorderen van clustering in bepaalde gebieden. Daarnaast is het criterium van landschappelijke inpassing gesteld. Voldoende lokaal draagvlak is ook van belang. Daarom is de instemming van de gemeenteraad vereist.
Voor zonne-energie zijn op dit moment minder
(duidelijke) spelregels. Zonnepanelen hebben ook een grote impact op de ruimte
en concurreren met de landbouw, natuur en woningbouw om schaarse ruimte. Op dit
gebied moeten de Staten zich de vraag stellen of hier in het provinciaal belang
regels gesteld moeten worden om landschappelijke kwaliteit te beschermen en
ander economisch gebruik te waarborgen. In hoeverre speelt het principe van
dubbel ruimtegebruik hier een rol? Kan alles overal, of willen we toch een
zekere orde vanuit de provincie creëren zoals we dat voor windmolens ook doen?
Hoe kijkt het College aan tegen de energieproductie in het Groninger landschap
vanuit het provinciaal belang?
Het nemen van ruimtelijke beslissingen is complex omdat met vele factoren rekening gehouden moet worden. Veel getallen zoals het aantal hectares zonnepanelen zijn nogal abstract. Met digitale presentaties en technieken is het mogelijk een begrijpelijker beeld te creëren. Vanuit de provincie wordt daar ook aan gewerkt. Kan het College aangeven hoever deze ontwikkelingen zijn en in welke mate digitale presentaties een rol gaan spelen bij complexe ruimtelijke besluiten?
Voor economische ontwikkelingen moet ook voldoende ruimte zijn. Het heeft lang geduurd voordat de Eemshaven tot bloei kwam, maar de ontwikkelingen gaan nu de goede kant op in het havengebied. Economische ontwikkelingen en vergroening zijn geen tegenstelling meer, maar liggen in elkaars verlengde. Energiegebruik kan slim worden gekoppeld en afval kan omgezet worden in grondstof. Het is de kunst om economische ontwikkeling, vergroening en kennis samen te brengen.
Onze provincie Groningen kent een lange traditie van innovatie. In 1835 bouwde professor Sibrandus Stratingh in Groningen zijn beroemde elektrische wagentje, de Nederlandse oer-Tesla en in de landbouw werden al aan het eind van de 18e eeuw koeien ingeënt door de Groninger boer Geert Reinders die daarover veel contact had met geleerden in binnen- en buitenland. Groningen heeft vandaag de dag nog steeds vooraanstaande kennis- en onderzoeksinstituten zoals de Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool. Door kennis en innovatie te verbinden met de economie creëren we nieuwe kansen, werkgelegenheid en kunnen we het hoofd bieden aan de uitdagingen van vandaag en morgen zoals de klimaatopgave en de stikstofcrisis. Kan het College aangeven hoe het werkt aan het verbinden van kennisinstellingen, scholen en bedrijven? Waar liggen de kansen voor Groningen en welke sectoren zijn kansrijk?
Het Groningerland heeft prachtige landschappen en cultureel erfgoed. De VVD is verheugd dat het College in het uitvoeringsprogramma cultuur meer geld heeft uitgetrokken voor het klassieke culturele erfgoed dan de kunstraad adviseerde zoals de Groninger borgen, Openluchtmuseum het Hogeland en het Veenkoloniaal Museum. Tijdens de COVID crisis bleven veel mensen toerist in eigen land en hebben ze kennis kunnen maken met het moois dat onze provincie te bieden heeft. In vergelijking met omringende provincies haalt Groningen nog niet genoeg uit het toerisme. Dat kan beter. Zeker nu de automatisering leidt tot een teloorgang van traditionele werkgelegenheid, bieden toerisme en vrijetijdseconomie perspectief voor nieuw werk. Kan het College nog steviger inzetten op toerisme en vrijetijdseconomie? Op welke wijze denkt het College dat dit het best kan?
De laatste ruimte waar ik nog niet op in ben gegaan is de financiële ruimte. Nu er nog veel onzekerheid is over de gevolgen van de corona crisis, is het begrijpelijk dat er in de begroting geen scherpe beleidskeuzes worden gemaakt, maar een behoedzame voortzetting van de ingeslagen koers wordt gevolgd. De gepresenteerde begroting is gelukkig in evenwicht en keuzes zullen worden gemaakt bij de Kadernota volgend voorjaar. De VVD heeft vragen gesteld over de omvang van het stamkapitaal. In het verleden is dit bepaald op 100 miljoen. Het is goed dat de provincie een dijk van een reserve heeft, zeker in deze crisis. Net als het goed is geweest dat Nederland na de vorige crisis voldoende vermogen in kas heeft gehouden. Het lijkt ons verstandig de discussie over het stamkapitaal te houden als we volgend jaar hopelijk in rustiger vaarwater verkeren. Wel verneemt onze fractie graag van het College hoe het staat met het noodfonds en of er voorstellen zijn voor de besteding van de resterende gelden om de Groningse economie in de volle breedte te stimuleren?
Voorzitter, in deze beschouwingen hebben we de enkele
grote ontwikkelingen in vogelvlucht bekeken. Door de COVID-crisis is voorlopig
veel in nevelen gehuld en is het lastig te de richting te bepalen. In de
begroting wordt aangegeven dat de invulling van de financiële ruimte bij de
volgende Kadernota aan bod komt. Nu er een vaccin op de markt is gekomen,
gloort de hoop dat we het Corona tijdperk achter ons kunnen laten. Of deze
verwachting reëel is, zullen we volgend voorjaar zien. Een trend die zal doorzetten
is de digitalisering en digitale communicatie. Er zijn nieuwe wegen ingeslagen.
De VVD-fractie is zeer tevreden met de uitstekende wijze waarop de griffie en
de gehele provinciale organisatie ervoor hebben gezorgd dat het politieke
besluitvormingsproces door kon gaan. De hybride vergaderingen werken
uitstekend, al hopen wij dat we volgend jaar weer samen vergaderen en alle
collega’s de hand kunnen drukken.